Het begin van the smugglers
Hoe is het ook al weer begonnen?
Hoewel er nog een paar leden zijn die al vrijwel vanaf het begin lid zijn was het niet echt duidelijk hoe de club is ontstaan.
Verschillende verhalen doen de ronde. Wel was iedereen het er over eens dat een flink aantal van de eerste leden uit de hockey wereld kwamen maar hoe dat idee was ontstaan was totaal niet duidelijk.
Hoewel er oude clubbladen uit de beginperiode bewaard zijn gebleven en deze vol waardevolle informatie staan zeggen ze niets over de periode daarvoor, de oprichtingsperiode.
Probleem is dan om de mensen te vinden die dat wel weten. Uiteindelijk wist Cock Haar te vertellen dat zijn zuster, Ans, hier meer over kan vertellen.
Peter heeft vervolgens contact opgenomen en op een woensdagavond zijn we naar Ans geweest.
We hadden ons voorgenomen om de periode voor 1975 uit te diepen. Als je dan aan een biertje zit blijkt dat wanneer je met elkaar de welbekende " oude koeien" opdiept er gaandeweg steeds meer herinneringen naar boven komen.
Opgetekend uit de woorden van Ans wordt het volgende duidelijk.
Aart Stoel speelde vanaf zijn 12e jaar al hockey. Tijdens een vakantie in Frankrijk heeft hij een rugbybal bemachtigd.
Eenmaal terug in Nederland is hij op een veldje in de buurt bij zijn huis in Driehuis met wat vrienden aan het ballen gegaan. Heel slim heeft hij de lokale krant voor het karretje gespannen en heeft daar een stukje over rugby in laten verschijnen.
Uiteindelijk zijn een aantal hockeyers naast hun eigen spelletje ook gaan rugbyen.
Er is contact gemaakt met de rugbybond. Vanuit de bond werd er met regelmaat iemand op de woensdagavonden naar Driehuis gestuurd. De man moet dit wel met liefde gedaan hebben want een ritje vanuit Zierikzee was toen nog niet via de snelweg. Het grootste stuk moest nog via binnenweggetjes en duurde zeker 2,5 uur.
Uiteraard moest er een naam gezocht worden. Gekozen werd voor de naam van de eerste sponsor, de kroeg de "old smugglers" Al snel verdween het "old" en is de huidige naam overgebleven.
De bond stimuleerde en moedigde de nieuwe club aan om wedstrijden te gaan spelen. De eerste wedstrijden werden tijdens een toernooi in Hilversum gespeeld. Al snel werd duidelijk dat de nieuwbakken spelers nog veel te leren hadden.
Niet alleen speltechnisch maar ook mentaal. Door het nodige sarren van de nieuwe spelers werden er "niet toelaatbare reacties" uitgelokt. Binnen de kortste keren waren er 3 spelers het veld uitgestuurd.
De volgende wedstrijd werd tegen een Driehuis bezoekend in Duitsland gelegerd team Engelse militairen gespeeld.
Het Engelse team had de legertenten opgeslagen op een door de gemeente beschikbaar gesteld veldje.
Het schijnt een groots festijn geweest te zijn. Vooral de secretaris heeft toen naam gemaakt door s'avonds zo'n beetje alle militairen onder tafel te drinken.
Dat de contacten goed waren blijkt wel het jaar daarna als de secretaris, Ans, en Aart Stoel trouwen en er vanuit Duitsland meerdere tegenstanders van het voorgaande jaar met een servies als huwelijksgeschenk. verschijnen.
Nog steeds vriendschappelijke wedstrijden spelend werden er ook meerdere buitenlandse teams uitgenodigd.
Op een zaterdag verscheen er een team uit Wales. Er was duidelijk vooruitgang geboekt wat de uitslag was respectabel en er was slechts een 40 tal punten verschil.
De zelfde middag verscheen het 13e team van de club "Rosslyn Park". Omdat het om het 13e team ging zou dit geen problemen mogen opleveren. Groot was dan ook de verbazing toen er een buslading keurig in het pak stekende jongeren tussen de 17 en 19 jaar werdt gelost.
De wedstrijd tegen deze zeer snelle en ongelooflijk fitte snelheidsduivels was er een om zeer snel te vergeten. Het schijnt een wandelpartij tussen de try-line en de middenlijn geweest te zijn met een uitslag al net zo desastreus. Een verschil van meer dan 120 punten.
Hoewel het niet als de eerste trip naar het buitenland wordt gezien is men in 1975 naar Duitsland afgereisd. De tegenstander, jawel, de al eerder ontmoette Engelse militairen.
De stelletjes werden bij mensen thuis ondergebracht terwijl de singles in legerbarakken hun intrek moesten nemen. Over het verloop van dat weekeind is, al dan niet bewust, niet veel meer bijgebleven...
Wat als eerste buitenlandse trip gezien wordt was een trip naar Arras in Frankrijk. Er werden twee busjes gecharterd. Met witkalk werd de naam van de club aan de zijkanten op de lak gekalkt.
Er hebben tot vorig jaar een paar foto's gehangen, genomen tijdens deze trip en onder gekalkte busjes er op.
Het eerste terrein was het HBS veldje. Op mysterieuze wijze geregelde lichtmasten deden dienst als palen.
Het eerste clubhuis was een kroeg.
Na het HBS terrein werd er bij SVIJ gespeeld. Pas daarna kwam het huidige veld in zicht.
In 1980 is het eerste eigen clubhuis geplaatst, afkomstig van de CEBO.
Niet geheel duidelijk is wie de eerste trainer was. Ergens diep verborgen kwam de naam Jaime Pinol naar boven maar zeker is dit niet.
De eerste voorzitter wel. Jacob Olie.
Iets wat al de jaren door is volgehouden zijn de kroegbezoeken. De eerste kroeg waar de clubleden heen gingen de "old smuggler". Maar er zijn er meer geweest.
Niet persee in deze volgorde kwamen de volgende namen langs: Johnnie (bestaat niet meer), Halve Maan (vorige eigenaar,Wim Koster niet Dirk), Zeewegbar, Klaphekkie (bestaat niet meer), Griffioen, Hemeltje en tegenwoordig de Halve Maan weer maar nu met Dirk als uitbater.
Tot zover de eerste jaren die we hebben kunnen opduikelen. Later komen we op de volgende jaren terug.
Het “ouwe lullen gezelschap”